Stakers
De halve wereld lijkt wel verdwaald, al heerst er nog geen paniek. Het is pas dinsdagochtend.
Categorie: Forenzen
Datum: juni 2025
De treinen staken vandaag. Zou het daarom zijn dat er nu ineens een stel ouders met hun kinderen in mijn bus naar de stad zitten, tussen het gebruikelijke kantoorpersoneel en de studenten? Het gezin is in een vrolijke stemming, alsof ze een dagje uit gaan. Maar de scholen zijn deze dinsdagochtend volgens mij gewoon open.
In de rugbekleding van de stoel voor me heeft een eerdere buspassagier een patroon gebrand van kleine zwarte ovalen. Zes stuks, van verschillende afmetingen, asymmetrisch gegroepeerd en verdeeld. Uit de vorm van het werk is af te leiden dat iemand een aansteker heeft gebruikt. Maar over de inhoud valt niets te zeggen. Het kan vernielzucht geweest zijn, waanzin, protest, of gewoon verveling.
Zelf vind ik die schroeiplekken eigenlijk wel aardig om naar te kijken. Het maakt dat wezenloze grijs-rode weefpatroon in de synthetische bekleding simpelweg interessanter.
Tussen de middag kom ik met mijn collega's even naar beneden uit onze kantoortoren. We werken op een bedrijventerrein ver van de bewoonde wereld. Er is één kleine supermarkt en daar halen we altijd onze lunch. In de rij bij de kassa staan vreemd genoeg ook weer een vader, moeder en een jochie van een jaar of tien, om koffie, frisdrank en broodjes af te rekenen. Ze ogen ontspannen, lekker comfortabel in hoodies en joggingbroeken. De familie loopt voor ons uit weer naar buiten en verdwijnt een hoek om voordat ik kan achterhalen wat ze hier in ‘s hemelsnaam te zoeken hebben.
Na het werk rijdt er op de terugweg een mier met me mee in de bus. Hij loopt rustig rondjes over de binnenkant van het raam, naast mijn stoel. Het is zo’n grote mier, met vleugels, die vroeger op één enkele warme zomerdag plotseling overal massaal uit hun nesten tevoorschijn kwamen en uitzwermden. Het is al een paar jaar geleden dat we zo’n mierendag hebben gehad, bedenk ik nu. Deze eenzame mier zal met de bus misschien wel het verste komen van zijn hele kolonie. Helemaal voor niets, ben ik bang.
Schuin tegenover me, aan de andere kant van het gangpad, zit een maaltijdbezorger in zijn oranje uniform op een uitgeklapt bankje in de rolstoelplaats. De vierkante bezorgkist staat voor zijn voeten op de vloer. Geen idee of er een bestelling in zit. De maaltijdbezorger lijkt te slapen. Hij houdt zijn ogen in ieder geval gesloten, en wiegt wat heen en weer met de bochten, het remmen en het gas geven. En hij heeft een lange grijze baard.


